Juridische Vraagbaak
Juridische vraagbaak
Als lid kunt u één keer per kalenderjaar gratis een juridische vraag stellen aan mr. Rose Marie Doppegieter, juridisch adviseur gezondheidsrecht.
Voordat u een vraag instuurt, kunt u eerst in het overzicht met vragen en antwoorden kijken of uw vraag al eerder is gesteld. Zit uw vraag er niet bij? Stuur uw vraag dan via een mail naar het secretariaat: info@vkig.nl.
Let op: de vraag moet kort, helder en enkelvoudig zijn!
Heeft u een uitgebreide vraag of diverse vragen? Dan valt deze niet binnen de juridische vraagbaak en kunt u uw vragen aan Rose Marie Doppegieter zelf stellen. De kosten zijn dan voor eigen rekening. Dit geldt ook als u binnen het kalenderjaar nog een volgende vraag stelt. Kijk voor meer informatie: www.doppegieterdg.nl.
De vraag en antwoord komen na beantwoording door mr. Doppegieter bij de andere vragen in de juridische vraagbaak. Zo hebben alle leden profijt van al deze informatie.
Hieronder vindt u eerder gestelde vragen en antwoorden uit de afgelopen drie jaar.
-
Vraag 236 over bewaartermijnen van klachtendossiers UMC’s
Vraag
De bewaartermijn o.g.v. de AVG is: bewaren zolang als functioneel nodig is. Bij andere organisaties zien we dat er 2-5 jaar aangehouden wordt. Toen we het hier over hadden met onze leidinggevende gaf deze aan met een ziekenhuisbrede afspraak te maken te hebben. Naar de Archiefwet werd verwezen en dan zou je een vernietigingsbesluit bijvoorbeeld per half jaar aan de RvB moeten voorleggen, gespecificeerd welk deel van het archief je wil vernietigen.
Dit kwam ons allemaal vreemd over, in onze beleving valt het klachtendossier niet onder de Archiefwet en zijn wij als klachtenfunctionarissen verantwoordelijk voor het beheer en archivering van deze administratie.
Kun jij aangeven met welke wetten we rekening moeten houden in het academisch ziekenhuis wat betreft het bewaren van klachtendossiers? En in hoeverre speelt de Archiefwet hierin een rol?Daarnaast hebben we een vervolgvraag: alle post (fysiek/digitaal) die bij ons binnenkomt, wordt digitaal geregistreerd in een archief. Dit betekent dat ook alle klachten, in onze eigen klachtenadministratie, maar ook in het ziekenhuisbreed archief worden opgeslagen.
Is dit juist? Wij dachten dat het uitgangspunt is: gezien de vertrouwelijkheid van de Klachtenfunctionaris-administratie is het niet wenselijk/de bedoeling dat binnenkomende correspondentie ook op een andere plaats gearchiveerd wordt.Klachtenfunctionarissen
-
Vraag 235 over mogelijk grensoverschrijdend gedrag zorgverlener
Patiënt dient bij KF een klacht in over seksueel grensoverschrijdend handelen door een arts. De ervaring die patiënt verwoordt, geeft geen duidelijke beschrijving dat er seksueel grensoverschrijdend zou zijn gehandeld. Het is een gevoel van de patiënt dat de intentie van de arts niet juist was. De patiënt weigert een verder gesprek, ook met het management. Klager verwacht dat op basis van haar klachtmelding aan de klachtenfunctionaris de betrokken arts zonder hoor en wederhoor een berisping krijgt vanuit het bestuur.
De betrokken arts herkent zich geheel niet in de ervaring van de patiënt en voelt zich andersom kwetsbaar omdat naar zijn indruk klaarblijkelijk de patiënt van alles kan roepen en vervolgens niet openstaat voor een gesprek met hem of het management. Naast de arts waren nog andere medewerkers aanwezig in de ruimte en deze herkennen de klacht van patiënt niet.
Wat is de rol van een klachtenfunctionaris bij een melding over grensoverschrijdend gedrag waarbij bemiddeling lastig uitvoerbaar is?
En welke verantwoordelijkheid heeft de zorginstelling?Klachtenfunctionaris
-
Vraag 234 over indexeren financiële vergoeding aan cliënt in zorginstelling
Vraag
Klager is een cliënt die, sinds december 2016, zelfstandig in een appartement van de Wlz-zorginstelling woont. Hij heeft een vis(ueel) 3 indicatie. Hij heeft een zorgovereenkomst zonder behandeling. Dat betekent dat de zorginstelling alleen zorg levert: cliënt krijgt vanuit de instelling ADL-zorg en een maaltijdbudget voor voeding. Hij koopt en kookt zelf zijn voedsel.
Hij heeft een eigen huisarts in het dorp en staat onder behandeling bij specialisten van het UMCU.Vanaf 2017 krijgt hij vanuit het verstrekkingenbeleid van de zorginstelling een bedrag van € 277 per maand: € 260 als maaltijdvergoeding (eten en drinken) en € 17 voor overige onkosten (toiletpapier, was- en schoonmaakmiddelen etc.)
De toenmalige manager heeft toegezegd dat dit bedrag jaarlijks geïndexeerd zou worden.
Dit is tweemaal bevestigd in een mail van haar aan hem, maar dit is niet opgenomen in de zorgovereenkomst. Ook in de jaarlijkse brochure van de zorginstelling over het verstrekkingenbeleid staat dat deze bijdrage jaarlijks geïndexeerd wordt.
Cliënt geeft aan dat het bedrag nog nooit verhoogd is sinds hij bij de zorginstelling kwam in 2016.
Hij komt nu in de financiële problemen omdat hij vanwege zijn aandoeningen een speciaal dieet moet volgen en de prijzen van voedsel enorm gestegen zijn. Bij het management heeft hij dit aangekaart eerst voor alle bewoners op de locatie. Dat verzoek werd niet gehonoreerd. Nu heeft hij gevraagd om een verstrekking op maat, gezien zijn aandoeningen. Het management (incl. RvB) wil daar ook niet op ingaan. Er is wel overleg geweest over voeding in natura maar dat zag klager niet zitten.
De argumentatie is dat bewoners op andere locaties van de zorginstelling een lager bedrag dan
€ 277 ontvangen per maand en daarmee lijken uit te komen. In overleg met de cliëntenraad is overeengekomen dat op de locatie waar klager woont, pas weer geïndexeerd gaat worden als alle zelfstandig wonende cliënten bij de zorginstelling hetzelfde bedrag ontvangen.
Op de andere locaties van de zorginstelling wordt het bedrag dus wel jaarlijks geïndexeerd. De bijdragen moeten naar elkaar toegroeien zodat er geen rechtsongelijkheid is.
Daarnaast zijn ze voorzichtig in verband met precedentwerking als alleen bij deze cliënt het bedrag geïndexeerd/verhoogd zou worden.
Het dieet van klager is door de specialist van het UMCU voorgeschreven i.s.m. de diëtist van het UMCU. Het dieet mag alleen bestaan uit onbewerkt voedsel en is een combinatie van een energieverrijkt dieet met een MCT dieet (waarbij vetten uit de korte en middellange verbrandingsketen een rol spelen). Afhankelijk van welke aandoening het meest opspeelt bij hem, moet hij dagelijks een balans zoeken tussen het ene of het andere dieet. Ook voor zijn revalidatie en om zijn conditie op pijl te houden, heeft hij de juiste voeding nodig. De aanschaf van dit voedsel zorgt voor extra kosten bij hem. Daarnaast heeft hij ook nog medische voeding (Procal, medische drinkvoeding en MCT olie) die uit zijn zorgverzekering wordt vergoed.Hij geeft aan deze klacht ingediend te hebben bij de geschillencommissie in Den Haag.
De behandeling zal pas volgend jaar plaats vinden en zij adviseren toch weer in gesprek te gaan met de zorginstelling.
Het Zorgkantoor is bekend met de casus.Ik heb de situatie besproken met de Raad van Bestuur en klager en voorgesteld dat ik een juridisch advies over deze situatie zou vragen.
Mijn vragen:
1. Is het niet indexen van de maaltijdvergoeding van de klager door de RvB rechtmatig op grond van het door hun genoemde argumenten (gelijk trekken locaties en mogelijke precedentwerking)?
2. Moet een zorginstelling dit bedrag aanpassen - indexeren en verhogen - als het om een medisch voorgeschreven dieet gaat (en zorg op maat leveren voor deze cliënt) of hoeven ze dit niet toe doen?Klachtenfunctionaris
-
Vraag 233 over klacht tegen zzp’er
Vraag
Op dit moment heb ik een klacht in behandeling waarbij een zzp’er in opdracht werkt van een zorgorganisatie. De klacht is gericht tegen de gedraging van de medewerker die als zzp’er werkt. Ik heb de klacht neergelegd bij de zorgorganisatie, maar die verwijzen klager naar de zzp ‘er in kwestie. Het lijkt mij dat de zorgaanbieder de klacht gewoon moet behandelen omdat zij ‘de zorgaanbieder’ van de klager zijn. Maar wellicht is de zzp’er dit ook?
Bij wie moet ik de klacht neerleggen, bij de zorgaanbieder, de zpp’er of allebei? Ik kan uit de wet niet goed afleiden wanneer een zzp’er nou moet worden gezien als een solistisch werkende zorgaanbieder en hoe zich dit verhoudt tot de andere zorgaanbieder.
Wanneer moet een zzp ‘er worden gezien als solistisch werkende zorgaanbieder en hoe verhoudt zich dit tot de inhurende zorgorganisatie?
Adviseur gezondheidsrecht en klachtbehandeling -
Vraag 232 over eigendom gouden kroon na trekken door kaakchirurg
Vraag
Bij klager is een (gouden) kroon getrokken door de kaakchirurg. Er is op dat moment niet aan klager gevraagd wat er met deze kies moest gebeuren (en of hij deze bijvoorbeeld mee naar huis wilde nemen). Enkele dagen later komt klager op controle, en hoort daar dat de kies is gedoneerd aan een goed doel. Klager is erg boos dat dit zonder zijn instemming is gebeurd, en wil hier een financiële tegemoetkoming voor. De kaakchirurg geeft aan dat hij nooit aan patiënten vraagt of ze hun tand/kies willen meenemen, maar dat ze deze uiteraard wel meekrijgen als ze dit zelf aangeven.
Hoe zit het hier juridisch? Wie is eigenaar van zo’n kroon / kies, en moet een kaakchirurg toestemming vragen voordat ze dit materiaal weggooien of doneren?
Overigens vind ik dat dit proces geen schoonheidsprijs verdient, ook al zou het juridisch gezien wel mogen. Daar hebben we dus sowieso al aandacht voor.
Klachtenfunctionaris
-
Vraag 231 over zelfstandig klachtrecht nabestaande
Vraag
Heeft een nabestaande op grond van de Wkkgz ook een zelfstandig klachtrecht of moet deze (twee uitzonderingen hierna genoemd) altijd afgeleid zijn van het klachtrecht van klager? De Memorie van Toelichting heeft het bij zelfstandig klachtrecht alleen over inzagerecht bij bijv. calamiteiten en vertegenwoordiging. Op basis hiervan zou je denken dat de nabestaande geen klacht kan indienen over bijvoorbeeld bejegening tegen zichzelf na overlijden van de cliënt. Dit op basis van het ontbreken van een breed zelfstandig klachtrecht. Het is immers niet afgeleid van een gedraging/nalaten in het kader van de zorgverlening waarover de overledene bij leven zelf had kunnen klagen. Klopt dat?
In de onderhavige casus is cliënt overleden. Na het overlijden is met haar moeder afgesproken dat de hond van cliënt onder bepaalde voorwaarden ergens anders wordt geplaatst. Moeder dient nu een klacht in dat de organisatie zich niet aan de voorwaarden van plaatsing heeft gehouden. Is deze klacht ontvankelijk?
Wij denken zelf van niet, omdat de klacht niet direct ziet op een gedraging/nalaten in het kader van de zorgverlening aan de cliënt. Of moeten we dit zien als afronding van de zorgverlening en dat cliënt hier bij leven zelf ook over had kunnen klagen?Adviseur gezondheidsrecht en klachtbehandeling
-
Vraag 230 over groepsklagen door vertegenwoordigers cliënten
Vraag
Als zorgorganisatie hebben we verschillende locaties. Deze vraag betreft een woonlocatie (WLZ).
Op deze locatie wonen meerdere cliënten, sommige hebben wel en sommige hebben geen wettelijk vertegenwoordiger. Op deze locatie zijn er erg veel klachten, die voor iedereen gelden (dus niet op een specifiek individu). Nu hebben alle cliënten en alle verwanten zichzelf verenigd. Er zijn 3 verwanten die namens alle cliënten en verwanten hun klacht in willen dienen. Dit zijn dus geen wettelijk vertegenwoordigers, maar 3 gekozen verwanten die namens iedereen spreken.
Zij hebben ook een gemeenschappelijk emailadres aangemaakt met toegang voor iedereen.
Alle cliënten en verwanten gaan hiermee akkoord (ondertekening dat men het goed vindt zich te laten vertegenwoordigen door). Het betreft klachten als niet goed uitvoeren van medische handelingen, bejegening en dergelijke. Er is een gezamenlijk zwartboek opgemaakt waarin alle klachten beschreven staan (zonder namen of verwijzingen).
De organisatie wil NIET in gesprek met de vertegenwoordiging, enkel met iedere individu.
Een klacht is individueel, geen zekerheid of iedereen dezelfde klacht heeft.
De vertegenwoordigers geven aan dat ze enkel als vertegenwoordiging in gesprek willen.
Individueel is al veel geprobeerd, niet gehoord. Gezamenlijk is het beter te verwoorden, betere ondersteuning. De klachten zijn niet individueel.
Hierdoor ontstaat er een impasse.
Als we de wetgeving zelf raadplegen of anderen om advies vragen krijgen we wisselende antwoorden. Enerzijds dat een cliënt of verwant die wettelijk vertegenwoordiger is zelf kan bepalen of ze een vertegenwoordiger inzetten om namens hen te spreken, al dan niet met een getekende akkoordverklaring van ieder individu.
Anderzijds dat iedere klacht individueel is en individueel moet worden ingediend ook al gaat het 20x over exact dezelfde klachten. De organisatie houdt voet bij stuk, enkel individueel. De vertegenwoordiging houdt ook voet bij stuk, enkel gezamenlijk klagen.Vraag: mag een klacht door een daartoe aangewezen vertegenwoordiger worden ingediend?
Welke eisen zitten hieraan vastKlachtenfunctionaris
-
Vraag 229 over zorg na ontslag op eigen initiatief
Vraag
Een patiënt in een revalidatie instelling ondertekent een formulier waarmee hij aangeeft tegen medisch advies in met ontslag te gaan.
De patiënt krijgt te horen dat hij erop moet rekenen dat hij geen zorg meer zal ontvangen van deze instelling en alle met deze instelling samenwerkende instellingen.
Is deze uitspraak passend? Heeft deze betrekking op de behandeling van de aandoening op dat moment? Kan de patiënt voor een andere, toekomstige aandoening wel zorg krijgen? Welke rechten heeft deze patiënt nog wel?Klachtenfunctionaris
-
Vraag 228 over vervanging 1e contactpersoon
Vraag
Mag, op verzoek van de zoon/1e contactpersoon van een bewoonster met dementie (PG afdeling), een vriendin van bewoonster/moeder het 1e contactpersoonschap overnemen? Op welke wijze moet dit worden geregeld?
Toelichting op de casus
Er is discussie bij een verpleeghuis over het 1e contactpersoonschap van een bewoonster. Sinds opname staat de zoon geregistreerd als 1e contactpersoon. Zoon is geen mentor (van zijn moeder) maar wel haar (niet benoemde) wettelijke vertegenwoordiger. Er is ook een betrokken vriendin in beeld die zich sinds kort als de 1e contactpersoon presenteert (met instemming van de zoon). Deze vriendin heeft de afgelopen weken op meerdere momenten onvrede/klachten geuit en recent een formele klacht ingediend bij de locatie.
De issues die hierbij spelen zijn:
De locatie heeft het standpunt dat de vriendin geen 1e contactpersoon is (en kan zijn). Daarom wordt er niet inhoudelijk gereageerd op de klacht richting deze vriendin. Hierbij wordt beargumenteerd dat de zoon de 1e contactpersoon en wettelijke vertegenwoordiger is van zijn moeder, waardoor de inhoud van de brief alleen met hem besproken kan worden. Heeft zoon in deze situatie niet gewoon het recht om de vriendin bij dit gesprek te laten aansluiten? En heeft de vriendin, met/zonder haar rol als wettelijk vertegenwoordiger, recht op een inhoudelijke reactie op de klacht, uiteraard in aanwezigheid van de zoon?
De locatie heeft als standpunt dat er geen medische informatie kan worden gedeeld met deze vriendin, aangezien zij geen directe familie is of mentor. Klager is het hiermee oneens, omdat er in de afgelopen periode al dermate veel (medische) informatie over cliënte gedeeld zou zijn met haar (wat zij met terugwerkende kracht dan alsnog als een AVG-overtreding beschouwt).
Wens wijziging 1e contactpersoon:
Vriendin heeft aangegeven dat zij, met instemming van de zoon uiteraard, de rol van de 1e contactpersoon wil overnemen. Zo kan zij ook zelf met de locatie haar onvrede over de zorgverlening bespreken. Op welke manier moet dit worden geregeld?● Optie 1. Kan vriendin misschien ook door zoon worden gemachtigd om op te treden als wettelijke vertegenwoordiger zonder dat de gang naar de rechter gedaan wordt? Bijvoorbeeld door een schriftelijke verzoek/verklaring van zoon (ondertekend) waarin hij aangeeft dat hij zijn rol als 1e contactpersoon overdraagt naar de vriendin?
● Optie 2. Met een gang naar de rechtbank waarbij op verzoek van zoon zijn rol als wettelijk vertegenwoordiger van zijn moeder wordt overgedragen aan de vriendin (of een eventuele derde)? Wat zou in deze situatie dan redelijk zijn om te verwachten vanuit de locatie in een eventuele afwachting van een aanvraag bij de rechtbank? Dat de locatie formeel wacht tot de rechterlijke uitspraak en dan pas in gesprek gaat met vriendin? Of vriendin al meteen als 1e contactpersoon benutten omdat het aannemelijk is dat de rechter het verzoek van zoon toch zal inwilligen?
● Optie 3. Op een andere manier waar nog niet aan is gedacht?Klachtenfunctionaris
-
Vraag 227 over aanpassing toilet
Vraag
Er speelt een casus waarin cliënt zelfstandig naar het toilet zou kunnen als er een aangepast (ouderwets minder valide toilet, lees verhoogd toilet met extra lange beugels) beschikbaar is op haar kamer of op de afdeling waar mevrouw woont. Dit is nu niet het geval en het toilet zou voor EUR 3000,- aangepast moeten worden. In het gehele huis waar mevrouw woont is geen aangepast toilet. Mevrouw heeft maar 1 been en is zwaarlijvig en de zitverhoger die nu gebruikt wordt kantelt en dat levert valgevaar op, daarom moet zij nu geholpen worden door verzorgers.
Voorheen in de thuissituatie had mevrouw een aangepast toilet en kon wel zelfstandig naar het toilet. Nu sinds januari dit jaar is mevrouw opgenomen en is zij afhankelijk van de zorg om naar het toilet te gaan, dit duurt soms te lang en dan plast mevrouw geregeld in de inco en heeft vaak een nat bed terwijl zij niet incontinent is en wel degelijk voelt en aangeeft dat zij aandrang heeft om naar het toilet te gaan.
Vraag: is de zorgverlener juridisch gezien verplicht om deze voorziening (aangepast toilet) te leveren/beschikbaar te stellen of niet?
Klachtenfunctionaris
- Vorige pagina
- 1
- 2
- 3
- 4
- ...
- 8
- Volgende pagina